Zomerrit “Forever Young” door Lieneke Koornstra

Zomerrit “Forever Young” door Lieneke Koornstra

Na 50 jaar niet meer op een Puch te hebben gereden kwam het er dan toch eindelijk weer eens van. Reden: vanwege mijn bijdrage aan het clubblad van Puch66, het Puch66 Magazine, in de vorm van het artikel Mijn TomPuch, was ik uitgenodigd op 1 september te gast te zijn bij de zomerrit van deze Puch- en Tomos-club voor Hollands Midden. Wat het feest van deze uitnodiging voor mij natuurlijk compleet maakte was dat er, om echt mee te kunnen doen aan dit uitje, een Puch voor mij ter beschikking was gesteld door een van de leden. Om te kunnen voldoen aan alle wettelijke verplichtingen die vandaag de dag deel uitmaken van het brommer rijden, had ik van een vriend die nog een Kreidler Florett rijk is, een valhelm geleend, een nostalgisch exemplaar van het merk Cromwell. Ik kon de pot op.


Eenmaal met mijn auto aangekomen op de Dierenriem in Maartensdijk, was het voor mij wel even zoeken waar nummer 10 zich bevond. Toen ik toch maar eens het terrein van diverse sportverenigingen opreed zag ik ineens een witte Puch opdoemen, dus gauw het stuur omgegooid en erachteraan! Omdat er enkele bochten moesten worden gemaakt verloor ik de stevig doorgassende berijder algauw uit het oog. Eenmaal aangekomen op een parkeerplaats zag ik iemand anders drukdoende om een tweetal Puchs van een aanhangwagen af te halen. Persoon in kwestie was Cees de Jong en algauw werd duidelijk dat hij het was van wie ik zo’n parel de hele dag mocht lenen. Echt super!
Onder de aanwezigen bleek Cees zeker niet de enige die het niet bij één Puch of Tomos heeft gehouden. De club telt zelfs een lid dat wel zestig van deze beauty’s rijk is. Weer enkele anderen kopen verstofte exemplaren op om ze weer helemaal in topvorm te brengen en door te verkopen. Een enkel lid bezit nog altijd de brommer die hij ooit als tiener aanschafte, anderen gingen vele jaren later opnieuw voor de bijl. Eén lid reed in de zestiger jaren zelfs net zoals ik ook op een TomPuch! Zo zie je maar weer, de enige ben je nooit. Het enige meisje dat vroeger op zo’n stoere jongensbrommer reed, bleek ik ook al niet te zijn, dat werd me wel duidelijk toen ik een praatje aanknoopte met een van de spaarzaam aanwezige vrouwen.
Is het horen van al dergelijke weetjes onder het genot van een theetje, koffietje of frisje bij muziek uit de zeventiger jaren al heel erg leuk, nog leuker werd het natuurlijk toen de brommers werden gestart en we vertrokken voor het eerste deel van de tourrit met Arjan Zandbergen en Wouter Geels voorop en Eugène Wijnen als sluitpost.


Het was wel even wennen, na al die tijd, temeer omdat ik nu op een 2-bak in plaats van op een 3-bak reed, maar het zweefzadel voelde meteen vertrouwd. Omdat ik vrij achteraan reed, kon ik zodra het links- of rechts afslaan was geblazen, een hele trits Puchs en Tomossen door het landschap zien rijden, hoe leuk is dat! Enorm was ook het enthousiasme waarmee we werden bekeken en toegezwaaid. En wij natuurlijk vrolijk terug wuiven. Dat deed ik ook vrolijk lachend en nog net niet mijn tong uitstekend naar die ene vrouw die haar neus dichtkneep.
Nu bevond zich onder al dat goud van oud wel een exemplaar dat heuse rookgordijnen aanlegde, alsof we vergezeld waren van een rijdend barbecuefeest waarbij te veel vet werd verbrand. Omdat Puch66 een schoon-rijden-bromfietsclub is, die van de deelnemers aan de ritten verwacht dat er schoon wordt gereden op Aspen2, Ecomaxx Classic Bikefuel2, Kroon Alkylaat-benzine (Fuel Optimix 2T) of premiumbenzine met een milieuvriendelijke olie, werd de blije berijder niet alleen hierop aangesproken, tevens werd hem vriendelijk doch dringend verzocht tijdens de rest van de rit de coulissen maar te sluiten, wat hij vervolgens ook keurig netjes deed. Nee, de beroerdste zijn deze Puch- en Tomos rijders zeker niet. Dat dit voor veruit de meeste weggebruikers eveneens geldt, werd wel duidelijk als er met zijn veertigen een drukke weg moest worden overgestoken. Zelfs als een verkeerslicht al op rood was gesprongen en een van de zelfbenoemde verkeersregelaars, met weliswaar een veiligheidshesje aan maar ook gewoon rijdend op een Puch of Tomos, met zijn brommer dwars op de weg ging staan. De vriendelijke gebaren die hij hierbij maakte waren natuurlijk ook nauwelijks te weerstaan.


Onderweg werd er aangemeerd voor een drankje bij een sportvereniging in Amersfoort. Dat was weer even gezellig verder kletsen met elkaar. Dat ging niet alleen over gemeenschappelijkheden zoals bepaalde hobby’s of wat je wel of niet lust, maar ook over dingen die echt bij het Puch- en Tomos-tijdperk hoorden. Een pukkel bijvoorbeeld. Er staan er nog zat op het internet, maar de echte van toen? Nee, vergeet het maar, nergens meer te vinden. Een Ryam- agenda. Natuurlijk helemaal vol geplakt met plaatjes van popidolen. Alleen was dat iets voor de meiden. Maar wat zat er dan in dat kleine opbergvakje van dat eivormige benzinetankje? Bij mij een kleine poetslap en een 10/11-sleutel waarmee je zo ongeveer een hele Puch of Tomos uit elkaar kunt halen. Maar nee, dat was het niet. Ik moest aan de tijd van Woodstock denken, werd mij te verstaan gegeven. En dat het alleen iets was voor de jongens. Voor met de meiden. Natuurlijk had ik best even kunnen kijken wat er in mijn leenexemplaar zat.
Eenmaal terug bij de brommers kon ik niet anders dan zorgen dat hij gestart werd om weer te kunnen knorren met de geit. O, wat zeg ik nu toch. Puchs en Tomossen knorren niet. Het viel me nu pas op dat ze toch een best geluid produceren. In mijn tienertijd had ik daar totaal geen oor naar, laat staan voor. Toen hing ik er zelfs een expansie-uitlaat onder, nog luidruchtiger, takketakketak. En ach, wat hindert het, omdat ze in tegenstelling tot een bladblazer – ik noem maar wat – toch alleen maar voorbijkomen? Zeg maar weer dag met je handje!
Voor mij reed de enige Puch waarop twee mensen zaten, de man voorop, de vrouw achterop, samen op de buddyseat. Lang heb ik gedacht dat een dergelijk zadel een bodyseat heette. Op Puchs en Tomossen zag je ze niet zo vaak, maar wel altijd op Kreidlers en Zündapps. De berijders van die buikschuivers, veelal vetkuiven, lagen daar doorgaans met hun hele body overheen, dus bodyseats. Logisch toch?
Weer terug op de locatie aan de Dierenriem waren er broodjes met een keus uit zachte bolletjes met kaas of ham en krentenbollen. Opnieuw onder de klanken van muziek uit de zeventiger jaren was het genieten van het fraaie uitzicht op die enorme trits Puchs en Tomossen. Sturen met een waslijntje of met dubbele waslijntjes, zeer hoge sturen, zeer lage sturen, de tankjes helemaal in chroom uitgevoerd of met een onderkant van beige, geel of rood, de eventuele kastjes in overeenkomstige kleuren, en alleen voor Puchs van toepassing: wel of geen kikkerbek. Ook was er een Tomos Revival dat niet alleen ik, maar ook menig ander nog nooit eerder had gezien, een model buikschuiver ogend als een product van deze tijd.
Veruit de meeste brommers werden weer gestart voor het tweede deel van de tocht. Nee, niet iedereen reed nog mee, maar ik wel. Hadden tijdens het eerste deel de technische hulptroepen al assistentie moeten verlenen vanwege problemen met een vlotternaald, nu waren ze opnieuw keihard nodig omdat een handvat was los gegleden. En dat dus bij de Puch waarop ik reed. Zoiets had ik in mijn TomPuch-tijdperk nog nooit aan de hand gehad, laat staan in de hand! Het is nooit fijn als iets kapotgaat, zeker niet als je het hebt geleend. Maar er werd totaal geen probleem van gemaakt en met verenigde mankracht waren alle kabels in vrij korte tijd weer aangesloten en zat het handvat er weer stevig op. En dat alles allemaal veroorzaakt door een niet voor steeksleutel 10/11 geschikt losgetrild boutje.
Onder die sleutelaars bevonden zich diverse mannen die zichtbaar jonger zijn dan de meerderheid van de leden. Hun enthousiasme dat veelal van vader op zoon is overgegaan, doet absoluut niet onder voor dat van de oudere garde. Wat één van hen zo geweldig vindt aan de generatie Puchs en Tomossen uit het Flowerpower-tijdperk? Ze bezitten nog een echt stalenframe! Kom daar nog maar eens om bij de huidige generatie uh… scooters!
Verder ging de rit, gassen maar weer. Dat deed ik ook flink op de lange stukken, open met die gashandel, maar de bochten lekker doorscheuren zoals ik ooit deed op mijn eigen TomPuch, kwam er niet van. Want hoe stoer menigeen mij ook vond en hoezeer ik ook van het hele gebeuren genoot, de vertrouwdheid van destijds met het aan mij geleende exemplaar bereikte ik niet, hoofdzakelijk omdat het een 2-bak was maar mogelijk toch ook omdat voor mij de jaren beginnen te tellen. Als het schaatsseizoen straks weer aanbreekt maak ik evenmin nog de rondetijden van ooit.
Terug op de Dierenriem werd de borreltijd gecombineerd met een loterij. En weet je wat het leukste hiervan was? Dat echt iedereen iets won. Met een speldje, een paar Tomos-sokken en een Puch-sjaaltje keerde ik eind van de middag huiswaarts, met een blije lach op mijn gezicht en met het besef dat deze dag die omvloog, vele dagen aan voorbereiding heeft gekost. Denk aan het uitzetten van de ritten, het reserveren van de locaties, het inkopen, smeren en beleggen van de broodjes, het regelen van muziek.
Na 50 jaar niet meer op een Puch te hebben gereden kwam het er dan toch eindelijk weer eens van. Reden: vanwege mijn bijdrage aan het clubblad van Puch66, het Puch66 Magazine, in de vorm van het artikel Mijn TomPuch, was ik uitgenodigd op 1 september te gast te zijn bij de zomerrit van deze Puch- en Tomos-club voor Hollands Midden. Wat het feest van deze uitnodiging voor mij natuurlijk compleet maakte was dat er, om echt mee te kunnen doen aan dit uitje, een Puch voor mij ter beschikking was gesteld door een van de leden. Om te kunnen voldoen aan alle wettelijke verplichtingen die vandaag de dag deel uitmaken van het brommer rijden, had ik van een vriend die nog een Kreidler Florett rijk is, een valhelm geleend, een nostalgisch exemplaar van het merk Cromwell. Ik kon de pot op.
Eenmaal met mijn auto aangekomen op de Dierenriem in Maartensdijk, was het voor mij wel even zoeken waar nummer 10 zich bevond. Toen ik toch maar eens het terrein van diverse sportverenigingen opreed zag ik ineens een witte Puch opdoemen, dus gauw het stuur omgegooid en erachteraan! Omdat er enkele bochten moesten worden gemaakt verloor ik de stevig doorgassende berijder algauw uit het oog. Eenmaal aangekomen op een parkeerplaats zag ik iemand anders drukdoende om een tweetal Puchs van een aanhangwagen af te halen. Persoon in kwestie was Cees de Jong en algauw werd duidelijk dat hij het was van wie ik zo’n parel de hele dag mocht lenen. Echt super!
Onder de aanwezigen bleek Cees zeker niet de enige die het niet bij één Puch of Tomos heeft gehouden. De club telt zelfs een lid dat wel zestig van deze beauty’s rijk is. Weer enkele anderen kopen verstofte exemplaren op om ze weer helemaal in topvorm te brengen en door te verkopen. Een enkel lid bezit nog altijd de brommer die hij ooit als tiener aanschafte, anderen gingen vele jaren later opnieuw voor de bijl. Eén lid reed in de zestiger jaren zelfs net zoals ik ook op een TomPuch! Zo zie je maar weer, de enige ben je nooit. Het enige meisje dat vroeger op zo’n stoere jongensbrommer reed, bleek ik ook al niet te zijn, dat werd me wel duidelijk toen ik een praatje aanknoopte met een van de spaarzaam aanwezige vrouwen.
Is het horen van al dergelijke weetjes onder het genot van een theetje, koffietje of frisje bij muziek uit de zeventiger jaren al heel erg leuk, nog leuker werd het natuurlijk toen de brommers werden gestart en we vertrokken voor het eerste deel van de tourrit met Arjan Zandbergen en Wouter Geels voorop en Eugène Wijnen als sluitpost.
Het was wel even wennen, na al die tijd, temeer omdat ik nu op een 2-bak in plaats van op een 3-bak reed, maar het zweefzadel voelde meteen vertrouwd. Omdat ik vrij achteraan reed, kon ik zodra het links- of rechts afslaan was geblazen, een hele trits Puchs en Tomossen door het landschap zien rijden, hoe leuk is dat! Enorm was ook het enthousiasme waarmee we werden bekeken en toegezwaaid. En wij natuurlijk terug wuiven. Dat deed ik ook vrolijk lachend en nog net niet mijn tong uitstekend naar die ene vrouw die haar neus dichtkneep.


Nu bevond zich onder al dat goud van oud wel een exemplaar dat heuse rookgordijnen aanlegde, alsof we vergezeld waren van een rijdend barbecuefeest waarbij te veel vet werd verbrand. Omdat Puch66 een schoon-rijden-bromfietsclub is die van de deelnemers aan de ritten verwacht dat er schoon wordt gereden op Aspen2, Ecomaxx Classic Bikefuel2, Kroon Alkylaat-benzine (Fuel Optimix 2T) of premiumbenzine met een milieuvriendelijke olie, werd de blije berijder niet alleen hierop aangesproken, tevens werd hem vriendelijk doch dringend verzocht tijdens de rest van de rit de coulissen maar te sluiten, wat hij vervolgens ook keurig netjes deed. Nee, de beroerdste zijn deze Puch- en Tomos-rijders zeker niet. Dat dit voor veruit de meeste weggebruikers eveneens geldt, werd wel duidelijk als er met zijn veertigen een drukke weg moest worden overgestoken. Zelfs als een verkeerslicht al op rood was gesprongen en een van de zelfbenoemde verkeersregelaars, met weliswaar een veiligheidshesje aan maar ook gewoon rijdend op een Puch of Tomos, met zijn brommer dwars op de weg ging staan. De vriendelijke gebaren die hij hierbij maakte waren natuurlijk ook nauwelijks te weerstaan.
Onderweg werd er aangemeerd voor een drankje bij een sportvereniging in Amersfoort. Dat was weer even gezellig verder kletsen met elkaar. Dat ging niet alleen over gemeenschappelijkheden zoals bepaalde hobby’s of wat je wel of niet lust, maar ook over dingen die echt bij het Puch- en Tomos-tijdperk hoorden. Een pukkel bijvoorbeeld. Er staan er nog zat op het internet, maar de echte van toen? Nee, vergeet het maar, nergens meer te vinden. Een Ryam-agenda. Natuurlijk helemaal vol geplakt met plaatjes van popidolen. Alleen was dat iets voor de meiden. Maar wat zat er dan in dat kleine opbergvakje van dat eivormige benzinetankje? Bij mij een kleine poetslap en een 10/11-sleutel waarmee je zo ongeveer een hele Puch of Tomos uit elkaar kunt halen. Maar nee, dat was het niet. Ik moest aan de tijd van Woodstock denken, werd mij te verstaan gegeven. En dat het alleen iets was voor de jongens. Voor met de meiden. Natuurlijk had ik best even kunnen kijken wat er in mijn leenexemplaar zat.
Eenmaal terug bij de brommers kon ik niet anders dan zorgen dat hij gestart werd om weer te kunnen knorren met de geit. O, wat zeg ik nu toch. Puchs en Tomossen knorren niet. Het viel me nu pas op dat ze toch een best geluid produceren. In mijn tienertijd had ik daar totaal geen oor naar, laat staan voor. Toen hing ik er zelfs een expansie-uitlaat onder, nog luidruchtiger, takketakketak. En ach, wat hindert het, omdat ze in tegenstelling tot een bladblazer – ik noem maar wat – toch alleen maar voorbijkomen? Zeg maar weer dag met je handje!
Voor mij reed de enige Puch waarop twee mensen zaten, de man voorop, de vrouw achterop, samen op de buddyseat. Lang heb ik gedacht dat een dergelijk zadel een bodyseat heette. Op Puchs en Tomossen zag je ze niet zo vaak, maar wel altijd op Kreidlers en Zündapps. De berijders van die buikschuivers, veelal vetkuiven, lagen daar doorgaans met hun hele body overheen, dus bodyseats. Logisch toch?
Weer terug op de locatie aan de Dierenriem waren er broodjes met een keus uit zachte bolletjes met kaas of ham en krentenbollen. Opnieuw onder de klanken van muziek uit de zeventiger jaren was het genieten van het fraaie uitzicht op die enorme trits Puchs en Tomossen. Sturen met een waslijntje of met dubbele waslijntjes, zeer hoge sturen, zeer lage sturen, de tankjes helemaal in chroom uitgevoerd of met een onderkant van beige, geel of rood, de eventuele kastjes in overeenkomstige kleuren, en alleen voor Puchs van toepassing: wel of geen kikkerbek. Ook was er een Tomos Revival die niet alleen ik, maar ook menig ander nog nooit eerder had gezien, een model buikschuiver ogend als een product van deze tijd.


Veruit de meeste brommers werden weer gestart voor het tweede deel van de tocht. Nee, niet iedereen reed nog mee, maar ik wel. Hadden tijdens het eerste deel de technische hulptroepen al assistentie moeten verlenen vanwege problemen met een vlotternaald, nu waren ze opnieuw keihard nodig omdat een handvat was los gegleden. En dat dus bij de Puch waarop ik reed. Zoiets had ik in mijn TomPuch-tijdperk nog nooit aan de hand gehad, laat staan in de hand! Het is nooit fijn als iets kapotgaat, zeker niet als je het hebt geleend. Maar er werd totaal geen probleem van gemaakt en met verenigde mankracht waren alle kabels in vrij korte tijd weer aangesloten en zat het handvat er weer stevig op. En dat alles allemaal veroorzaakt door een niet voor steeksleutel 10/11 geschikt losgetrild boutje.
Onder die sleutelaars bevonden zich diverse mannen die zichtbaar jonger zijn dan de meerderheid van de leden. Hun enthousiasme dat veelal van vader op zoon is overgegaan, doet absoluut niet onder voor dat van de oudere garde. Wat één van hen zo geweldig vindt aan de generatie Puchs en Tomossen uit het Flowerpower-tijdperk? Ze bezitten nog een echt stalen frame! Kom daar nog maar eens om bij de huidige generatie uh… scooters!
Verder ging de rit, gassen maar weer. Dat deed ik ook flink op de lange stukken, open met die gashandel, maar de bochten lekker doorscheuren zoals ik ooit deed op mijn eigen TomPuch, kwam er niet van. Want hoe stoer menigeen mij ook vond en hoezeer ik ook van het hele gebeuren genoot, de vertrouwdheid van destijds met het aan mij geleende exemplaar bereikte ik niet, hoofdzakelijk omdat het een 2-bak was maar mogelijk toch ook omdat voor mij de jaren beginnen te tellen. Als het schaatsseizoen straks weer aanbreekt maak ik evenmin nog de rondetijden van ooit.
Terug op de Dierenriem werd de borreltijd gecombiMeerd met een loterij. En weet je wat het leukste hiervan was? Dat echt iedereen iets won. Met een speldje, een paar Tomos-sokken en een Puch-sjaaltje keerde ik eind van de middag huiswaarts, met een blije lach op mijn gezicht en met het besef dat deze dag die omvloog, vele dagen aan voorbereiding heeft gekost. Denk aan het uitzetten van de ritten, het reserveren van de locaties, het inkopen, smeren en beleggen van de broodjes, het regelen van muziek.
Arjan, Wouter, Eugène, Cees, Peter en al de anderen die eraan hebben bijgedragen deze dag tot een succes te maken: heel veel dank!
Of ik nog eens kom? Omdat het goud van oud in mijn woonplaats – Amsterdam – is verboden, heeft het voor mij geen zin zelf weer een Puch of Tomos aan te schaffen. En om steeds weer van iemand een brommer te moeten lenen voelt voor mij ook niet echt goed. Maar weet: ik vond het ontzettend leuk en helemaal top dat ik deze dag heb mogen meebeleven!

Puch- & Tomos- TomPuch-groet,

Lieneke Koornstra – de Doelder
www.supervisionair.nl

Geen reacties

Post a Comment